VVAZ
Intermedis

Klik hier voor
onze diensten

Intermedis A & A

ABN Amro had ouderlijke lening moeten afraden

Geplaatst op: 30-01-2018, 13:26:37

ABN Amro had een klant moeten waarschuwen dat de lening die zij van plan was af te sluiten bij haar ouders zou leiden tot overkreditering. De bank was weliswaar niet betrokken bij de totstandkoming van die ouderlijke lening, maar de adviseur van de bank was wel op de hoogte van de plannen. ABN Amro had daarom zelf een veel lagere hypotheek moeten verstrekken, oordeelt Kifid. Omdat de overkreditering deels de schuld is van de consument draait ABN Amro op voor 30% van de kosten.

De consument en haar echtgenoot sluiten in deze Kifid-zaak een hypotheek in 2006 bij een rechtsvoorganger van ABN Amro. De lening bedraagt ruim € 155.000 bij een rente van 4,2% en € 20.000 is in een bouwdepot gestort. Verstrekking gebeurde op basis van een bruto jaarinkomen van iets meer dan € 39.000. Het stel wilde de hypotheek gebruiken om een huis van € 190.000 te kopen.

Overkreditering

Gelijktijdig sloot de consument een lening bij haar ouders  ter waarde van bijna € 89.000 met een rente van 4,5%. Het geld gebruikte ze om het huis te kopen, te verbouwen en in te richten. Elf jaar na het afsluiten van beide leningen, begin 2017, beklaagt ze zich bij ABN Amro over overkreditering. Dat leidt uiteindelijk tot een gang naar Kifid.

Volgens de consument had ABN Amro de geldlening bij haar ouders moeten verrekenen met de verstrekte hypotheek. De adviseur van de bank was op de hoogte van de ouderlijke lening, blijkt uit aantekeningen van de hypotheekadviseur. Volgens de consument heeft de bank zelfs doelbewust die constructie bedacht zodat zij de woning zou kunnen kopen.

Constructie buiten de bank om

ABN Amro weerspreekt dat. De hypothecaire lening die de bank verstrekte was ruim lager dan binnen de NHG-normen was toegestaan. ABN Amro betoogt dat ze buiten de relatie staat tussen consument en haar ouders. “Dat consument en haar ouders deze constructie hebben bedacht valt de bank niet te verwijten”, aldus ABN Amro. Die vindt dat de vrouw 100% eigen schuld draagt voor de overkreditering.

De Geschillencommissie van Kifid is het daar niet mee eens. De bank wist of behoorde te weten dat de consument gelijktijdig een ouderlijke lening zou aangaan. “De Commissie is van oordeel dat op de bank de plicht rustte om consument te wijzen op het gegeven dat de kredietverstrekking mogelijk niet verantwoord was en haar voor de daaraan verbonden risico’s te waarschuwen”, aldus de uitspraak. ABN Amro heeft dit niet gedaan en had de hypotheek niet mogen verstrekken, althans niet hoger dan ruim € 105.000.

Eigen schuld

Maar de consument draagt wel gedeeltelijk eigen schuld, vindt Kifid. Zij had “kunnen en moeten realiseren dat sprake was van overkreditering gezien het feit dat haar echtgenoot destijds een bruto jaarinkomen genoot van € 39.257 en consument in het geheel geen inkomsten uit arbeid genoot”.

De consument heeft volgens de Geschillencommissie willens en wetens meer geleend dan verantwoord was. Zelf kwam ze er namelijk pas tijdens de Kifid-procedure achter dat haar maximale leencapaciteit ruim € 194.000 bedroeg. Ze was zelf uitgegaan van de € 155.000 die de hypotheek van ABN Amro telde. “Consument heeft dus bewust een constructie opgezet waardoor zij meer kon lenen dan volgens de standaard verstrekking normen verantwoord was”, aldus Kifid.

Zachte lening

In het bepalen van de schuldvraag weegt Kifid mee dat de ouderlijke lening gezien kan worden als ‘zacht’. De voorwaarden zijn gunstiger dan van de marktsituatie kan worden verwacht. Er hoefden geen periodieke aflossingen te worden gedaan en er waren geen zekerheden voor de schuldeisers (ouders). Overigens weerspreekt de klant de suggestie dat haar ouders de rente hebben geschonken, zoals vaak voorkomt.

Ook weegt de Geschillencommissie mee dat de consument nooit heeft afgelost op de lening bij haar ouders. “Pas elf jaar na het afsluiten van de hypothecaire geldlening bij de bank heeft consument geklaagd. Had consument afgelost en eerder geklaagd, en niet eerst nadat haar ouders de wens hadden geuit de geldlening op te eisen, dan was haar schade (aanzienlijk) lager geweest.”

Niet verschuilen

Toch kan ABN Amro zich hier niet volledig verschuilen achter het nalaten van schade beperkende maatregelen door de consument, vindt Kifid. “De bijzondere zorgplicht van de bank heeft naar zijn aard in dit geval tot strekking consument te beschermen tegen het gevaar van eigen lichtvaardigheid of gebrek aan inzicht.”

Op grond hiervan komt Kifid tot de volgende verdeling van de schuld: 70% voor de consument, 30% van de bank. ABN Amro moet 30% van de betaalde rente en kosten van het aangaan van de lening over het overgekrediteerde bedrag van ruim € 49.000 betalen aan de klant.

Bron: publicatie door Paul de Kuyper op www.amweb.nl van 30 januari 2018

Vorige pagina